Voetbalschoenen was dit keer het dus wél verrassende antwoord. Want ik vertel gemakkelijk over dingen die ik ken, zoals hardloopschoenen, want ik ben een fervent hardloper, maar Mike daagde me uit om over iets te schrijven dat ik dus niet kende, voetbalschoenen dus, en om vervolgens verbanden te leggen met iets wat ik wél kende, hardloopschoenen dus. Wie weet wat ik zou ontdekken.
Mike heeft goed aangevoeld dat ik niets van voetbalschoenen weet, ik weet namelijk ook nauwelijks iets van voetballen zelf. Ja, dat komt voor en dat is zelfs voor mijn 84-jarige moeder, die dezer dagen nauwgezet de verrichtingen van het dames voetbalteam op, ik geloof het WK, volgt en daarbij uitvoerig over de avonturen van haar vedetten kan praten, een teleurstelling.
Ik heb het wel geprobeerd hoor, vroeger op straat. Samen met de buurbroertjes Berend en Brammetje en met Annelies, het verwende kind van twee deuren verder, op een veld met twee goaltjes van een trui, een jas en twee elegante, maar voor voetballen, en overigens ook voor Annelies zelf, totaal ongeschikte meisjesschoentjes.
Brammetje, die eigenlijk Bram genoemd wilde worden ondanks dat hij het kleinste en ielste van het hele stel was, had altijd het hoogste woord. Hij schreeuwde voortdurend als om ergens tussen te komen, hoewel niemand ooit de kans kreeg om iets te zeggen waar hij tussen zou moeten komen. Elke actie van de tegenstander bleek telkens weer tegen een of andere regel te zijn die hij nét had verzonnen, maar die we dus blijkbaar altijd al hadden gehad. En mócht de tegenstander dan onverhoopt tóch op voorsprong komen dan stelde hij voor en meteen vast dat we verkeerd hadden geteld, dan wel dat de teams terstonds opnieuw ingedeeld moesten worden.
Mike heeft goed aangevoeld dat ik niets van voetbalschoenen weet, ik weet namelijk ook nauwelijks iets van voetballen zelf. Ja, dat komt voor en dat is zelfs voor mijn 84-jarige moeder, die dezer dagen nauwgezet de verrichtingen van het dames voetbalteam op, ik geloof het WK, volgt en daarbij uitvoerig over de avonturen van haar vedetten kan praten, een teleurstelling.
Ik heb het wel geprobeerd hoor, vroeger op straat. Samen met de buurbroertjes Berend en Brammetje en met Annelies, het verwende kind van twee deuren verder, op een veld met twee goaltjes van een trui, een jas en twee elegante, maar voor voetballen, en overigens ook voor Annelies zelf, totaal ongeschikte meisjesschoentjes.
Brammetje, die eigenlijk Bram genoemd wilde worden ondanks dat hij het kleinste en ielste van het hele stel was, had altijd het hoogste woord. Hij schreeuwde voortdurend als om ergens tussen te komen, hoewel niemand ooit de kans kreeg om iets te zeggen waar hij tussen zou moeten komen. Elke actie van de tegenstander bleek telkens weer tegen een of andere regel te zijn die hij nét had verzonnen, maar die we dus blijkbaar altijd al hadden gehad. En mócht de tegenstander dan onverhoopt tóch op voorsprong komen dan stelde hij voor en meteen vast dat we verkeerd hadden geteld, dan wel dat de teams terstonds opnieuw ingedeeld moesten worden.
Annelies was de enige waardige tegenstander van Brammetje. Bij elke regelwijziging of andere actie van Brammetje in haar nadeel zakte ze theatraal naar de grond en begon met trillende pruillipjes te huilen. En als dat niet meteen resultaat sorteerde dan zette ze het op een oorverdovend krijsen. Met de moeder van Annelies altijd binnen gehoorafstand ging de bal dan al gauw weer naar haar, waartegen ze dan prompt een flinke trap gaf en al ging hij overdwars het veld af, tellen zou die.
Later ging ik met mijn vader kijken naar Limburgia dat nog een grote club was in die tijd. Grote mensen voetbal, verheugde ik me, maar al gauw zag ik de ene na de andere grote voetbal meneer de bal schromelijk missen om vervolgens met trillende pruillipjes naar de grond te zakken, of als dat niet opviel het op een regelrecht krijsen zetten. Ik zag andere grote voetbal mijnheren dan naar de scheidsrechter meneer rennen om die op hoge toon de nieuwe regel uit te leggen, die de scheidsrechter meneer blijkbaar nog niet had gehoord, hoewel ze die toch altijd al hadden gehad.
Ik had al snel in de gaten dat het spel toch iets anders gespeeld werd dan in de regels stond, dat het spel vooral om behendigheid met de regels ging, in plaats van met de bal.
En misschien is dat wel zo, misschien is dat overal wel zo. Je hoeft niet per se de beste te zijn. Winnen doe je vooral door slim en opportuun te zijn, en misschien wel een beetje gehaaid. Dat maakt voetbal misschien wel zo populair, dat het zo dicht tegen het leven aanzit. Maar hoe dan ook, het spel past niet bij mij.
Wie de schoen past, trekken hem aan. De voetbalschoen past mij niet. De hardloopschoen wel.
Later ging ik met mijn vader kijken naar Limburgia dat nog een grote club was in die tijd. Grote mensen voetbal, verheugde ik me, maar al gauw zag ik de ene na de andere grote voetbal meneer de bal schromelijk missen om vervolgens met trillende pruillipjes naar de grond te zakken, of als dat niet opviel het op een regelrecht krijsen zetten. Ik zag andere grote voetbal mijnheren dan naar de scheidsrechter meneer rennen om die op hoge toon de nieuwe regel uit te leggen, die de scheidsrechter meneer blijkbaar nog niet had gehoord, hoewel ze die toch altijd al hadden gehad.
Ik had al snel in de gaten dat het spel toch iets anders gespeeld werd dan in de regels stond, dat het spel vooral om behendigheid met de regels ging, in plaats van met de bal.
En misschien is dat wel zo, misschien is dat overal wel zo. Je hoeft niet per se de beste te zijn. Winnen doe je vooral door slim en opportuun te zijn, en misschien wel een beetje gehaaid. Dat maakt voetbal misschien wel zo populair, dat het zo dicht tegen het leven aanzit. Maar hoe dan ook, het spel past niet bij mij.
Wie de schoen past, trekken hem aan. De voetbalschoen past mij niet. De hardloopschoen wel.
:-)
BeantwoordenVerwijderen