Sinds gisteravond heb ik de neiging om op gezette tijden mijn vingers in mijn oren te stoppen en, terwijl ik schuin naar boven kijk, heel hard ‘lalalalala’ te roepen. Dat gebeurt vooral op momenten waarop ik pardoes zou kunnen vernemen wie ‘de mol’ is. Ja, ik ben een fanatiek volger van dat programma, een trouwe toegewijde molloot die geen aflevering zal missen. Toch werd gisteravond de laatste en doorslaggevende aflevering zonder mij uitgezonden. Mijn vaste molmaatje was verhinderd en dus moest ik, geheel tegen mijn aard in, vooral voorkomen niét te weten te komen wie dus die vermaledijde mol is, zodat wij alsnog samen de beslissende aflevering konden zien. Het lukte, met grote inspanning en dankzij 24 uur doorgebracht in totale afzondering, bijzonder goed. Geen enkel bericht bereikte mij, ook dus het bericht van genoemde bondgenoot niet, gisteravond al, dat de bekendmaking pas volgende week is.
Fran{k}
Frank about Frank
zondag 28 februari 2021
zaterdag 27 februari 2021
Dicht
Helemaal achteraan, tussen een in de steek gelaten auto (zo leek het) en een heg die nodig geknipt moest worden vond ik het laatste plaatsje op de verder overvolle parkeerplaats bij de supermarkt, waar ik niet eens moest zijn. Ik had ook best op de fiets kunnen gaan, dacht ik zoals gebruikelijk te laat, net zoals ik me eveneens toen pas realiseerde dat het zaterdagochtend was en dat het geenszins vanzelfsprekend was dat mijn bestemmingen dan open zijn. De bank toch wel, meende ik me te herinneren, maar een briefje op de deur (wij passen onze openingstijden aan: wij zijn op zaterdag gesloten) wees me terecht. De bieb dan, maar de voor de ingang opgestelde lege rekken in de verder donkere gang maakte al snel een einde aan die illusie.
Na nog wat vergeefse pogingen elders ben ik ook maar naar de supermarkt gegaan; je moet toch ergens naartoe.
maandag 20 april 2020
Anderhalf
woensdag 24 juli 2019
Eigenaarschap
Het opsteken van andere hoeveelheden vingers is daarbij strikt genomen ook toegestaan maar dat heeft wel de vervelende consequentie dat je wordt uitgenodigd om die afwijking voor de groep toe te lichten; hetgeen veronderstelt dat je er ook daadwerkelijk over na hebt gedacht. De kunst is dan ook om in een oogwenk de algemene consensus te bepalen en je daarbij aan te sluiten. Voorgaande PI bleek dat drie vingers, dit keer vier. Wat het verder betekent weet ik niet, het is traditie.
Het ziet er wel leuk uit zo’n kleurig kunstwerk en met zijn fleurige enormiteit heeft het iets weg van een project van basisschool De Lantaarn die daar met de hele onderbouw gedurende een week aan heeft gewerkt voor Moederdag.
Later, voorzichtig opgerold en meegenomen na de vruchtbare PI dag, brengt het ook nog wat huiselijkheid in onze verder door kale muren omringende werkvlek.
Maar daar is het natuurlijk niet alleen voor bedoeld. Op dat grote panorama doek worden per product nieuw te bouwen features gepland, de onderlinge afhankelijkheden in kaart gebracht en de risico's benoemd en belegd. Oftewel, je krijg in één oogopslag te zien of het werk voor alle teams haalbaar is, en dat is een mooi en nobel doel.
Om dat goed te kunnen doen hebben we die features vooraf uitgewerkt in kleinere stories. Eigenlijk stukjes werk die we goed kunnen inschatten. Die vergelijken we dan met onze verlofplanning en voilà, een haalbare planning.
Op zich zou dat voldoende moeten zijn: als team maak je de features volgens planning af, je bereid de volgende PI voor en klaar is weer een Program Increment.
Maar zo simpel is het niet.
In dat kleurrijke kunstwerk zit een draadje waar ik me eigenaar van voel. Een karretje waar ik mij niet ongewillig door een vorige Product Owner eens voor heb laten spannen en waar ik nog steeds af en toe eens aan trek. Ik heb daar toen al een mooi stukje proza over geschreven, een idee hoe en met wie het uitgevoerd zou kunnen worden en hoe lang het zou duren. Dat is inmiddels alweer twee jaar oud.
Dat draadje, een feature dus, zou ik heel graag afmaken. Daar zullen we als team veel aan hebben want het betekent dat we daarna sneller kunnen ontwikkelen, minder fouten zullen maken, nog met ondersteunde producten blijven werken en dat teamleden in een verre toekomst nog steeds kunnen begrijpen wat wij in hemelsnaam aan het doen waren. Precies, allemaal van die typische saaie dingen die je doorgaans onderaan de prioriteiten lijst vindt.
Prioriteiten lijst? Inderdaad. Na de PI-dag kennen we die features nog wel maar we gebruiken ze niet meer als zodanig. In plaats daarvan hebben we al die stories op een hoop gegooid en de Product Owner heeft ze op prioriteit in een lange lijst gezet. Als we dan met het team aan de slag gaan beginnen we gewoon bovenaan. En daar staan natuurlijk de stories waar het hardst om wordt geroepen, en dat zijn meestal niet die saaie stories van mij.
Je raad het al, dat draadje slepen we nu al twee jaar van PI naar PI en dat zal ook nog wel een tijdje doorgaan.
Binnen ons bedrijf wordt tegenwoordig ook veel gesproken over eigenaarschap, en over je verantwoordelijkheid nemen. En daar denk ik dus wel eens over na. Heb ik nou voldoende verantwoordelijkheid genomen? Ik zeur bij mijn team, mijn scrum master en mijn PO al die tijd al over de lage prioriteit. Tot vervelens toe vermoed ik. Ik heb de planning elke PI weer keurig herschreven. Ik heb met enige regelmaat de consequenties van het niet uitvoeren ten berde gebracht, en die mogen dan ook genoegzaam bekend zijn. Is dat genoeg? Moet ik meer doen? En wat is eigenaarschap? En voel ik me eigenaar van dit draadje? Ja dat wel, maar ik besef ook dat ik onderdeel van een groter geheel uitmaak, dat ze mogen verwachten dat ik lobby voor meer prioriteit als ik vanuit mijn perspectief oprecht denk dat dat nodig is, voor ons team, voor onze afdeling, voor ons bedrijf, maar dat ik het uiteindelijk niet bepaal. Vanuit andere perspectieven worden ook andere prioriteiten gesteld.
Verantwoordelijkheid moet je nemen tot maximaal de ruimte die je daarvoor krijgt. Wat binnen mijn bereik ligt heb ik gedaan, en dan moet het goed zijn, dan heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen.
Het enige dat ik, als ik de betreffende stories weer eens onderaan de lijst vindt, nog zou kunnen doen is er een stukje over schrijven.
En dan nu toch maar eens die uitgestelde vakantie plannen. Want voor jezelf moet je ook verantwoordelijkheid nemen. Het eigenaarschap van jezelf, dat is tenminste duidelijk.
maandag 1 juli 2019
Voetbalschoenen
Mike heeft goed aangevoeld dat ik niets van voetbalschoenen weet, ik weet namelijk ook nauwelijks iets van voetballen zelf. Ja, dat komt voor en dat is zelfs voor mijn 84-jarige moeder, die dezer dagen nauwgezet de verrichtingen van het dames voetbalteam op, ik geloof het WK, volgt en daarbij uitvoerig over de avonturen van haar vedetten kan praten, een teleurstelling.
Ik heb het wel geprobeerd hoor, vroeger op straat. Samen met de buurbroertjes Berend en Brammetje en met Annelies, het verwende kind van twee deuren verder, op een veld met twee goaltjes van een trui, een jas en twee elegante, maar voor voetballen, en overigens ook voor Annelies zelf, totaal ongeschikte meisjesschoentjes.
Brammetje, die eigenlijk Bram genoemd wilde worden ondanks dat hij het kleinste en ielste van het hele stel was, had altijd het hoogste woord. Hij schreeuwde voortdurend als om ergens tussen te komen, hoewel niemand ooit de kans kreeg om iets te zeggen waar hij tussen zou moeten komen. Elke actie van de tegenstander bleek telkens weer tegen een of andere regel te zijn die hij nét had verzonnen, maar die we dus blijkbaar altijd al hadden gehad. En mócht de tegenstander dan onverhoopt tóch op voorsprong komen dan stelde hij voor en meteen vast dat we verkeerd hadden geteld, dan wel dat de teams terstonds opnieuw ingedeeld moesten worden.
Later ging ik met mijn vader kijken naar Limburgia dat nog een grote club was in die tijd. Grote mensen voetbal, verheugde ik me, maar al gauw zag ik de ene na de andere grote voetbal meneer de bal schromelijk missen om vervolgens met trillende pruillipjes naar de grond te zakken, of als dat niet opviel het op een regelrecht krijsen zetten. Ik zag andere grote voetbal mijnheren dan naar de scheidsrechter meneer rennen om die op hoge toon de nieuwe regel uit te leggen, die de scheidsrechter meneer blijkbaar nog niet had gehoord, hoewel ze die toch altijd al hadden gehad.
Ik had al snel in de gaten dat het spel toch iets anders gespeeld werd dan in de regels stond, dat het spel vooral om behendigheid met de regels ging, in plaats van met de bal.
En misschien is dat wel zo, misschien is dat overal wel zo. Je hoeft niet per se de beste te zijn. Winnen doe je vooral door slim en opportuun te zijn, en misschien wel een beetje gehaaid. Dat maakt voetbal misschien wel zo populair, dat het zo dicht tegen het leven aanzit. Maar hoe dan ook, het spel past niet bij mij.
Wie de schoen past, trekken hem aan. De voetbalschoen past mij niet. De hardloopschoen wel.
zondag 30 juni 2019
De zin van het leven
Daar zit ik dan, onderuit gezakt op de bank te mijmeren over de zin van mijn leven. Vandaag kreeg ik hem uiteindelijk, die zin. Een beetje tegen mijn zin eigenlijk, zo leek het even, want intuïtief voelde ik wel aan dat het krijgen van de zin van je leven niet geheel vrijblijvend zou zijn. Als de zin je niets zegt wel natuurlijk, maar dan is het ook niet de zin van je leven. Nee, een zin die langs je verdediging heen je buik in kriebelt en die dan warm langs je nek omhoog kruipt en in je hoofd gaat zitten; een zin waarvan je instinctief aanvoelt dat het die ene juiste is, die kan je niet ontvangen en dan weer zomaar naast je neerleggen.
En nu zit ik er dus mee. Lang had ik comfortabel zonder zin geleefd. Ik voldeed aan de verwachtingen van anderen en dreef verder lekker mee op de mogelijkheden die zich als vanzelf aandienden. Talenten genoeg dus erg diep nadenken over wat er nou bij mij paste was niet nodig. De successen kwamen vanzelf en succes is goed en dus ben je tevreden. Alleen in situaties die echt tegen mijn waarden in gingen voelde ik onrust, maar meestal kwam er dan wel weer iets nieuws voorbij waar ik dan weer vrolijk op meedreef en alles was weer pais en vree.
Maar vroeg of laat gaat dat knagen natuurlijk. Er is altijd wel iets dat je écht gelukkig maakt, iets dat een intrinsieke behoefte dekt van jóu en niet van een ander. Iets dat heel persoonlijk is en dat zelden gelijk is aan wat jouw omgeving van je verwacht. Iets dat soms zacht roept, en soms hard, maar bij mij helaas nooit hard genoeg.
Tot de verwachtingen plots even verstomden en ik dat knagen gewaar werd. En net dan heeft je werkgever ook nog eens een leuk cadeau voor je: een mooie cursus zelfontplooiing. Dus zit ik een paar weken later in een groep gelijkgestemden kwetsbaar te wezen en na twee dagen van ongebreideld delen wordt er plots door mijn reeds weifelende zelfverdediging heen geprikt. Ik heb teveel verteld, ze weten het nu. Ik mag voor de groep in gesprek en dan krijgt de zin langzaam vorm.
Zie daar, de zin van mijn leven. Of mijn hoger doel. Of hoe je het noemen wil. Leuk toch? Ja natuurlijk als dat betekent dat je daar nu helemaal voor kan gaan. Nee, natuurlijk niet als dat betekent dat je nu dus helemáál niet bent waar je zijn wil en je daar plompverloren mee wordt geconfronteerd.
En daar zit ik nou dus. Na twee mooie maar uiterst intensieve dagen terug in mijn comfort zone op de hoek van de bank, reflecterend over het geleerde en nog wat confuus over het vervolg. Want dat ik er een vervolg aan wil geven is mij wel duidelijk geworden, maar ik twijfel nog over het hoe.
Dan ontstaat er een idee in mijn hoofd. Pril nog, maar voldoende. Ik zoek naar woorden om het te vangen. Ik trek de laptop, gelukkig binnen handbereik, op mijn schoot en begin te schrijven, het idee – en ik moet mij zo uitdrukken – dat ik het narratief van mijn leven op wil tekenen om duiding te geven aan mijn werdegang. Dat ik de gedachtekronkels in mijn hoofd wil vangen, vormen en verwoorden. Dat ik deze dilettantische relazen met u, beste lezer, wil delen. Om mijn geestverwanten te vinden en om invulling te geven aan mijn behoefte om over wezenlijke zaken te filosoferen. En tevens om invulling te geven aan mijn behoefte om te mijmeren, te bevatten en te scheppen.